KINDERPAGINA
Los deze puzzel maar eens op (Klik op onderstaande link)
Foto puzzel Oes dӧrp
MAAK IETS LEUKS VOOR MOEDERDAG
Zondag 8 mei is het al weer moederdag. Dus waar kun jij je moeder mee verrassen.
Misschien wel met iets wat jij zelf in elkaar geknutseld hebt. Ik heb nog wel een leuk idee voor jullie.
Maak je eigen hartjes mobiel.
Wat heb je hier allemaal nodig:
Gekleurd papier, een schaar, touw of draad, maar het moet niet te dik zijn, lijm en een tak uit het bos.
Hoe langer de tak hoe meer strengen er aan kunnen hangen.
Dat moet jij dus zelf even kijken hoeveel ruimte je hebt om hem op te hangen.
De kleuren van het papier kun je ook zelf bepalen, heb je geen gekleurd papier kun je ook op een wit vel een tekening maken en deze gebruiken.
En dan:
Als eerste knip je van het papier lange stroken van ongeveer
5 cm breed.Deze stroken vouw je in de lengte dubbel.
Knip vervolgens een half hartje met de vouwkant in het midden van de form, omdat de stroken dubbel gevouwen zijn krijg je als je hem openvouwt een heel hartje. Leg het hartje zo neer als dat je op de foto ziet. Doe dan een klein beetje lijm in het vouwrandje en leg daar het draad op, pak nu nog een hartje en leg deze er bovenop. Door de laagjes papier op elkaar drukken met lijm er tussen blijft hetdraadje zitten. Maak zo een streng met hartjes. Kijk zelf hoe lang jij hem zou willen hebben. Knip dan het draad wat langer af zodat jij hem ook nog aan het takje kunt knopen. Misschien kan iemand jou helpen als het zelf niet lukt.
Wie weet heb jij net zo’n goede hulp als die ik heb gehad en dan komt het helemaal goed.
Veel klusplezier en ik hoop dat je moeder hem heel leuk gaatvinden.
Groeten José van der Helm
PASEN
KNUTSELIDEE: KUIKEN OP EI
-Benodigdheden:
-gekleurd en wit papier
-schaar
-geel crêpepapier verf
Trek het plaatje hieronder over.
Het kuiken inkleuren of verven.
Daarna met stukjes papier en/of propjes crêpepapier beplakken.
Dit laten drogen en dan uitknippen en het kuiken op een groot ei plakken.
Het ei kun je eventueel ook nog inkleuren of beplakken!!!!
OUD HOLLANDSE SPELLETJES
Buitenspelletjes.
Tol.
Erg herkenbaar was een tol die ik had meegebracht. Deze tol werd op het zandgedeelte tirreltop genoemd en in het veengedeelte een sjirreltop. Deze tollen had je in vele vormen en maten. Tollen werden vaak gekocht bij Jan van Peer in Emmen en niet zelf gemaakt.
Touwtje springen
Was ook een veel voorkomend spel. Dit gebeurde meestal met een touw (hoorntouw) als je alleen sprong of een langer touw (achterreep) als je met twee man draaide en een ander sprong in de boog (soms drie meisjes gelijktijdig). Ook werden er wel twee touwen gelijktijdig gebruikt waar je in moest springen. “In spring de boog gaat in, uit spuit, de boog gaat uit”. Het was typisch een meisjesbezigheid.
Bok,
Bok hoeveel hoorns. De een ging krom staan en moest raden hoeveel vingers diegene opstak die op zijn/ haar rug gesprongen was. Had je dit geraden dan sloot je aan. Soms tot een hele lange rij toe.
Knikkers.
Knikkers van leem en van kalk was in hun kindertijd gewoon. Er werd geknikkerd in een kuil. Maar je legde ook wel knikkers in een cirkel waar je met een dikke stuiter de knikkers er mee uit moest pikken. Ook werd er geknikkerd op de volgende manier. Je gooide de knikkers in het achtereind (de hak) van een klomp. Alle knikkers die niet in de klomp bleven liggen waren voor de gooier. Er werd van te voren afgesproken of het ging om de even of de oneven aantal knikkers die eruit sprongen.
Een mevrouw uit Weerdinge verteld dat zij als kind leem uit de leemkoelen in hun dorp haalden en er zelf knikkers van maakten. In het Groningerland werd ook geknikkerd in een kuiltje. In Amsterdam trokken ze een lijn tussen de tegels en rolden daar de knikkers door (daor kunnen ze gien koelegie maoken). Wie het verst rolde was de man/winnaar.
Eikels. Proppenschieter (koegelbuks).
Deze werd gemaakt van een recht stuk hout van de vlier of vledderhout. Uit die tak werd dan het merg gehaald. De stamper werd zelf gemaakt van een stuk hout wat rond werd gesneden en aan het eind maakte je een stamper. Ook werden er i.p.v. eikels wel propjes van papier in gedaan of elseproppen.
Pijl en boog.
Je nam een buigzame tak die je half rond boog. Aan de uiteinden werd een touw aan gespannen. Er werd voor de pijl riet gebruikt wat uit het rieten dak (daok) van de boerderij werd getrokken. Hier was de boer niet altijd blij mee. Als men gemeen wilde doen werd voorop de pijl een pennetje/spijkertje bevestigd.
Geweer.
Hiervoor werd uit een stukje hout de vorm van een geweer gezaagd waar aan de achterkant een wasknijper werd bevestigd. Daar werd dan een elastiek/weckering tussen gedaan en aan de voorkant van de zogenaamde loop gespannen. Als je de knijper indrukte schoot het elastiek weg. Ook werden elastieken geknipt van een oude binnenband van een fiets.
Blikspuit.
Verstoppertje. De zoeker gaat met zijn voet op het blik staan en telt af. Als iedereen is weggekropen moet de zoeker zorgen dat hij alle kinderen heeft gevonden voordat iemand van hun het blik kan omtrappen. Gebeurde dit wel en schreeuwde men blikspuit dan moest je als zoeker opnieuw beginnen.
Blokgooien.
Een blok hout werd rechtop gezet. Hier legde je potscherven op of centen. Gooide je het blok om dan was de buit voor jou als gooier.
Keibakken.
Dit was een spel wat nu te vergelijken is met jeu-de-boules. In plaats van een bal werd een kleine kei gebruikt waarmee je probeerde de andere kei van je tegenstander te raken.
Hinkelen.
Je maakte zelf een hinkelpand die je gebruikte.
Belletjes trekken en ruitje tikken.
Was een geliefde bezigheid. Ook werd een leeg klosje waar naaigaren om had gezeten gebruikt voor kattenkwaad. Aan dit klosje werden takjes bevestigd die men over het glas liet ratelen wat een hoop lawaai gaf.
Hoepelen/steltlopen.
Ook werd er nog wel gehoepeld evenals steltlopen. Ook werd wel een oud fietswiel gebruikt als hoepel. Voor deze hoepel gebruikte je een stok.
Vliegers.
Deze werden gemaakt van pakpapier of kranten. Het gebeurde altijd als het koren van het land was. Je vliegerde op het stoppelland.
Hottefot (ook wel foekepot genoemd).
Werd gemaakt van een varkensblaas. Deze werd gespannen over een blik zonder deksel. De varkensblaas zo strak mogelijk vastmaken. Dan een puntig glad stokje in een keer door de blaas steken en deze op en neer schuiven. Door dat schuiven komt er geluid uit waarbij wordt gezongen.
Onderstaand liedje is van een mevrouw die als kind opgroeide in de omgeving Gees/ Zwinderen:
“Ik heb zo lang met de hottefotterij gelopen
Ik heb geen geld om brood te kopen
Hottefotterij, hottefotterij
Geef mij een centje dat ga ik voorbij.”
Schotsiespringen.
Als het ijs wat dooide maar nog wel kon houden werd het in stukken (schotten) gemaakt waarover de jeugd ging lopen. De kunst was wel om het droog te houden door van schot naar schot te springen. In sommige dorpen gebeurde het op de ijsbaan, in andere dorpen op de daar aanwezige veenputten.
Kaatseballen.
Een ieder kon dit. Zelfs tot vijf ballen toe. Ofschoon de meesten niet verder kwamen dan drie ballen. Je had een net (buul) om de ballen in te bewaren. Ze werden gekocht bij fa. Van Peer in Emmen of Brongers (voorloper Geerts) in Exloo.
Boompje klimmen/nesten uithalen.
Gebeurde door een ieder.
Spelletjes voor binnen.
Mens erger je niet. Een geliefd spel wat niet door een ieder werd gewaardeerd als men verloor.
‘Ezeltje prik’
De kunst was dat je met een blinddoek voor, de staart op juiste plaats kon vastprikken aan de ezel.
Zo te zien aan de ezel is dit niet altijd het geval geweest. Deze is behoorlijk gehavend door het vele gebruik en misprikken.
Halma.
Niet zo bekend bij een ieder maar er is toch nog een mevrouw die het goed kan uitleggen, evenals het molenspel.
Kaartspel.
Een mevrouw heeft een heel oud kaartspel bij zich van spelkaarten in een erg verkleinde vorm. Ongeveer honderdjaar oud. Als kind speelde je met je opa en oma/ opoe vaak het kaartspel liegen en pesten.
Dambord/ganzenbord, kwartetten, sjoelen, domino, zwarte pieten.
Dit komt een ieder wel erg bekend voor.
Boter, kaas, en eieren
Werd in Amsterdam op straat gedaan. Met krijt werd het bord op de stoep getekend en ingevuld (tegelpaden).
Snorrebaord. (probeer het eens)
Ik had zelf even een snorrebaord gemaakt. Je pakt een grote knoop met twee gaatjes. Doet hier een dunne sterke wollendraad door. Knoop de uiteinden goed vast en dan de knoop ronddraaien/opwinden totdat deze draad helemaal in elkaar gedraaid is. Dan deze langzaam uittrekken en weer laten vieren. Dit steeds herhalen tot het een spinnend geluid maakt. Een meneer vertelt dat het ook kan met een stukje karton/hard papier (vierkantje)
Als je dit vierkant dan ook nog in knipt gaat het zingen/verschillende geluiden maken.
Puzzelen (legpuzzels).
Ook een geliefde bezigheid toen en ook nu nog.
Marchinus Elting.
Maskers kleuren en maken
Heb je zelf een leuk verhaal of een gedicht meld dit dan onder het kopje contact
of mail het door naar redactie@odoorn.nu dan zetten wij het op de site.
Onderaan de pagina staat (zoeken op gratis kleurplaten). Klik daarop.
Zoek een leuke tekening en print die uit.
Veel plezier.
Klik op de onderste link voor leuke kleurplaten